Oorspronkelijk was het een blok marmer, een enorm blok wit
marmer, dat toebehoorde aan de Opera del Duomo van Florence, uitgehakt
met de bedoeling om er een reus uit te houwen: een David of een
Profeet voor een van de steunpilaren van de Kathedraal van Santa Maria del Fiore.
In eerste instantie was de opdracht toevertrouwd aan de beeldhouwer Agostino di Duccio (1462)
en later aan Antonio Rossellino (1476), maar beiden zagen zich
genoodzaakt de opdracht terug te geven door de enorme technische
moeilijkheden. Het marmeren blok was niet compact, het zat vol met
aderen en het was vooral lang en smal, meer geschikt voor slanke
gotische beelden dan voor het weergeven van gespierde Renaissance
helden. Ook Leonardo da Vinci was benaderd, en ofschoon hij
aanzienlijke ervaring had met brons sculptuur, sloeg het artistieke
genie het aanbod af, en bleef het ruw gehouwen marmeren blok vergeten
liggen
in de tuin van de Opera del Duomo
tot 1501. Deze jaren waren cruciaal voor de Florentijnse republiek. De
Medici familie was verdreven (1494) en de gonfalonier Pier Soderini
riep artiesten op om nieuw impuls en steun aan zijn regering te geven
en om mee te werken aan het intellectuele en artistieke herstel van de
stad. Michelangelo, getipt door vrienden over het mogelijk te
verkrijgen grote, verlaten blok marmer, kwam ook terug. Voor hem,
uiteraard obstinaat, moet deze kans om zich te meten met een generatie
van beeldhouwers die gefaald hadden, in combinatie met de
moeilijkheden als gevolg van in het verleden aangerichte "verminking
en beschadiging", een bijzonder intrigerende uitdaging geweest
zijn. Michelangelo werd officieel aangesteld op 16 augustus 1501
op de leeftijd van 26 jaar. Het avontuur begon meteen, en in september
begon de kunstenaar met het testen van het blok. In
de
loop
van oktober had hij er een "turata di tavole" omheen gebouwd,
een soort omsluiting gemaakt van hout en baksteen om zijn werk te
beschermen en te verbergen. Hij moet flink opgeschoten zijn, want op 25
januari 1504, na iets meer dan twee jaren, was de enorme David
praktisch af.Zijn werk riep aanzienlijke nieuwsgierigheid en
bewondering op onder de burgers, terwijl aan de artistieke gemeenschap
die het originele marmer had gekend het als herrijzing uit de dood
scheen. Maar het standbeeld ontstak ook afgunst en kritiek, en was vanaf
het allereerste begin het doelwit van fanaticisme en vandalisme. Giorgio
Vasari vertelt in zijn biografie van Michelangelo hoe Pier Soderini,
alhoewel vol lof over het gehele standbeeld, de neus te groot vond. Om
zijn opdrachtgever het idee te geven serieus genomen te worden, beklom
de beeldhouwer de steiger en deed net alsof hij de neus bijwerkte,
terwijl hij vakkundig wat marmergruis, wat hij in zijn hand verborgen
hield, naar beneden liet vallen. Daarna gaf de
gonfalonier pas zijn definitieve goedkeuring, en, als compensatie, vier
honderd scudos. Gezien de uitzonderlijke aard van het werk, ontstond
over de meest geschikte plaats een levendig debat: het was ondenkbaar om
deze buitengewone naakt, gevormd om rondom te worden gewaardeerd, op te
offeren door het tegen een muur af te vlakken, zelfs als het de muur van
de Duomo del Florence was. Een commissie van de beroemdste kunstenaars
van de tijd werd daarom benoemd. Giuliano en de inmiddels bejaarde Leonardo da Vinci
stelden voor om het beeld op te stellen in de Sangallo and Loggia della
tegen een donkere achtergrond, om het wit van het marmer te verbeteren.
Dit idee, dat consistent was met Leonardo´s studies van atmosfeer en
subtiele schaduw, was echter niet in overeenstemming met Michelangelos
ideeën. Zijn
David was vibrant
with a
life of his own, en kon zeker niet in een hokje gestopt worden met een
donkere achtergrond, zoals een miserabele kapel. Michelangelo was niet
aanwezig bij de bespreking maar zijn wens, vertegenwoordigd door de herald
van de Signoria, was om zijn "reus" zoals de inwoners van
Florence hem noemde - te plaatsen voor het Palazzo della Signoria, het
burgerhart van de stad, of hoogstens in de binnenplaats van het Palazzo.
De keus viel op de voorzijde van het Palazzo naast de grote deuropening:
de strenge rustieke voorzijde zou bewonderenswaardig afsteken bij de
fysieke vitaliteit van de David, vastgelegd in het witte marmer.
Het was
niet gemakkelijk om het zware, meer dan vier meter hoge standbeeld te
vervoeren naar de Piazza Signoria, via de smalle en tortuous straten van
Florence. Michelangelo en sommige van zijn ingenieuze vrienden
ontwierpen en bouwden hiervoor een speciaal "kasteel" met krukken en
stevige kabels.
De reis vergde vier dagen en om vandalenstreken te vermijden
werd het standbeeld dag en nacht door speciale wachten bewaakt; ondanks
dit was het het doelwit van stenenwerpende jongeren (droevig genoeg
herhaalt de geschiedenis zich) die voor hun disrespect met een week
gevangenschap betaalden.
Op 8 Juni 1504 bereikte de "reus" de trappen van het Palazzo della
Signoria, maar het werd niet eerder op zijn marmeren basis geplaatst en
voorgesteld aan de inwoners van Florence dan 8 September; het feest van
Nostra Signora. De menigte die zich op het plein verzamelde was onder de
indruk van de schoonheid van de kolossale naakt, maar ook van de iconographic
originaliteit. De Davids die tot dan toe waren gemaakt, doorgaans
geïnspireerd op Bijbelse tekst, waren jonge mannen gekleed in tunics or drapery.
Een eerdere beroemde naakte David is het bronzen beeld van Donatello (te zien in het Bargello Museum), maar met een delicaat volwassen lichaam, op de oude manier versierd met sandalen,
zwaard en helm. Alle Davids waren echter bijna verplicht uitgebeeld met de macabere trofee van het afgehakte hoofd van Goliath aan hun voeten. Michelangelo had in plaats daarvan bedacht het beeld van een krachtige man, helemaal naakt als een oude held of atleet met een blik die een grote vertrouwen in zijn eigen hoedanigheid onthult. Door zijn overduidelijke lichamelijke en morele kracht, werd de David onmiddellijk de belichaming in de verbeelding van de Florentijnen een symbool van burgerlijke deugdzaamheid en een waarschuwing voor de vijanden van de vrijheid. Nadien hebben zelfs de wetenschappers bijna unaniem deze maatschappelijke kwaliteit in de David bevestigd, waarbij verschillende interpretaties werden toegepast. Sommigen zagen verbindingen met de gedachte van Dante, anderen met de preken van Savonarola, weer anderen met het neoplatonische denken. Meest overtuigend is de theorie die de "reus" in zichzelf
de kwaliteiten van David, de heldhaftige bijbelse verdediger van het geloof en van gerechtigheid, ziet verenigen met die van de figuur van Hercules uit de klassieke mythologie, symbool van kracht ondersteund door intelligentie.
In 1527 werd het standbeeld getroffen door een daad van vandalisme. 16 jaar later heeft hertog Cosimo I het laten restaureren. Gezien de maatschappelijke betekenis van het beeld, lijkt het vreemd dat juist de monarch die de macht van de democratische instellingen van de Republiek had onderdrukt of ondermijnd, bijdroeg aan de restauratie. De gebaar van de hertog, was welliswaar een uitdrukking van oprechte waardering voor Michelangelo. maar tevens een integraal onderdeel van zijn politieke strategie. De figuur van Hercules was verheven sinds de tijden van Lorenzo il Magnifico. en Cosimo zelf had meer dan eens de daden van zijn regering vergeleken met het "Labours" van de mythische held. Hij heeft dus niet geprobeerd om de David te weren uit het paleis,
wat in de tussentijd zijn residentie was geworden; integendeel, door het opdracht geven tot de restauratie wierp hij zichzelf op als de ideale hersteller van de vrede. Zijn dubbelzinnigheid blijkt uit zijn opdracht om andere kolossen bij de David te plaatsen, in een poging om de aanwezigheid ervan te vermaskeren.
Blootgesteld aan de elementen voor eeuwen, was tegen het midden van de negentiende eeuw het broze en poreuze marmer van de David aanzienlijk achteruitgegaan. In het kader van het vierde eeuwfeest van de geboorte van de kunstenaar, werd besloten om het werk naar de Accademia delle Belle Artite verplaatsen. In 1882 werd het geplaatst in een overdekte neo-renaissance stijl tribune, ontworpen door de architect De Fabris, terwijl een replica, gemaakt door de kopiist Arrighetti, kwam te staan op zijn oorspronkelijke plaats op de Piazza Signoria. De verhuizing naar het Museum had als gevolg de bevestiging van superioriteit ten opzichte van andere beelden en leidde, hoewel verwijderd uit de burgerlijke omgeving,
zonder twijfel tot groei in termen van roem. Een daad van vandalisme in 1991 door een maniak, die een aanval deed met een hamer op de tenen van de linkervoet, is een extreem voorbeeld van de cultus, of erger nog, van fanatisme die is ontstaan rond de David. Thans goed verankerd in de collectieve verbeelding als een ideaal van perfectie, is de David van Michelangelo het meest bekende beeldhouwwerk ter wereld, een symbool van de kunst van alle tijden. De eerste indruk is die van een kolossaal naakt lichaam van een oude atleet, of van een klassiek ontworpen heidense god, perfect in anatomische vormgeving en met een trotse blik. Maar we moeten niet stoppen bij deze eerste indruk, we moeten het werk geleidelijk benaderen, langzaam omcirkelen om vanuit een veelheid van invalshoeken de vele mannen, helden en mythen die het bevat, te ontdekken. De sculptuur die we voor ons hebben geeft niet een jongere in een statische, ontspannen en triomfantelijke pose weer,
noch een krijger gevangen in de spanning van de strijd, zoals hij gewoonlijk werd beschreven met anatomische virtuositeit in de tweede helft van de vijftiende eeuw. David, de jonge Joodse herder is voor Michelangelo een reeds volwassen man, en de kunstenaar beeldt hem af op het moment voor de lancering van de steen waarmee hij de Filistijnse reus verslaat, op een hoogtepunt van mentale concentratie en lichamelijke spanning. Indienwij, zonder gêne, proberen zijn houding na te bootsen, en met de benen iets uit elkaar en ons gewicht op rechts, strekt de linker knie bijna automatisch naar voren, leidend tot reflex waarbij de linker schouder en de rechterbil omhoog gaan. Tot zover blijft het lichaam in evenwicht. Laten we nu eens doen alsof we de sling (een katapult met een leren band), die op onze schouders rust, grijpen met onze linkerhand, en met onze rechterhand een steen pakken, de pols gespannen gebald
zoals die van het standbeeld, en onze linkervoet naar voren verplaatsen (zoals duidelijk kan worden waargenomen vanaf de achterkant van het beeld). Deze positie kan niet gehouden worden voor meer dan een moment ... Er volgt onmiddellijk een overdracht van gewicht op de bal van de linkervoet, het verdraaien van de romp en de lancering van de steen in de richting waarop de blik is gericht. Het hoofd op de gespannen nek is gedraaid, alsof abrupt, naar links (in de middeleeuwse traditie komt gevaar altijd vanuit deze kant).
Het is niet gemakkelijk om over de schoonheid van het gezicht van David te spreken. Om zijn uitdrukking te waarderen moeten we hem langzaam omcirkelen, ontdekkend bij elke stap en van elke hoek wat hij onthult: niet slechts een enkel gezicht, maar eerder een reeks van gezichten, van toenemende intensiteit. Staande voor het standbeeld zien we alleen het klassieke profiel dat een gevoel van doordachte kalmte overbrengt. Maar als we er omheen gaan zien we hoe deze uitdrukking wordt versterkt,
gefocust op het punt van de dreiging met de blik gericht op de vijand. Wat we voor ons hebben is dus niet een afstandelijke en heldhaftige houding, maar een die veel menselijker en intiem is. Juist de afwijkingen dragen aan deze aardse dimensie bij: als men dichterbij komt blijken Davids hoofd en handen feitelijk niet in verhouding te zijn. Dit effect is doelbewust ontworpen voor het accentueren van die delen van het lichaam die verband houden met denken en handelen. Was het uitgevoerd volgens de klassieke gebruiken dan zou het gezicht nooit dezelfde intensiteit hebben getoond, en de kracht van de handen zou zijn verdwenen. Hoewel Michelangelo een grondige kennis van anatomie had, gebaseerd op zijn studie van de oudheid en observatie van het echte leven, gaat hij verder dan de theoretische regels, door ze te negeren en uit te werken en zo de morele uitdrukking te versterken.
|